Meeuwen

Aanpak Meeuwen probleem bij eilanden in het Reeuwijkse Plassengebied

In het kader van de gebiedsdeal Reeuwijkse Plassen is een plan opgesteld voor het herstel van een aantal eilanden in het plassengebied.

Bij het opstellen van dit plan is uitgegaan van een aantal uitgangspunten; het herstel zal zich moeten richten op herstel van natuurwaarden met een positieve recreatieve beleving en het behoud en het herstel van cultuurhistorische waarden.

Een derde aandachtpunt is van een geheel andere orde en betreft het voorkomen van overlast door broedende meeuwen.

 

Analyse huidige situatie en beheer

In 2014 zijn een aantal eilanden in de Elfhoevenplas vrijwel geheel vrijgemaakt van bomen en heesters. Inmiddels zijn de eilanden begroeid met overwegend kruiden op het eiland en oeverplanten aan de waterkanten. Bomen en heesters zijn er niet, met uitzondering ven een enkele weer uitgegroeide els.

 

De verwijdering van bomen en heesters is nodig voor het behoud en de ontwikkeling van een oevervegetatie. De bomen en heester op de relatief smalle legakkers geven schaduw op oevervegetatie, die daardoor te weinig licht krijgt en verdwijnt. Terwijl juist een goed ontwikkelde oevervegetatie van belang is voor het behoud van de oevers en daarmee van de eilanden.

De oevervegetatie heeft wortels boven en onder de waterspiegel en houdt daarmee de grond vast in de oever. Bomen en heesters wortelen alleen boven de grondwater- en waterspiegel. Onder water verstikken de wortels door gebrek aan lucht in de bodem. Dit geldt ook voor kruiden die enkel op het land kunnen groeien, zoals Koninginnekruid dat massaal is opgekomen na het verwijderen van de bomen en heesters.

Als gevolg van het ontbreken van wortels in de oeverzone onder water, spoelt de grond uit de oever door de golven. Doordat de golfbeweging niet alleen boven water, maar ook onderwater plaats vindt, duwt en trekt deze aan de oever. Worden deeltjes grond niet vastgehouden door wortels of op andere wijze, dan worden deze uit de oever getrokken en weggespoeld om uiteindelijk als bagger op luwe plekken in het plassengebied achter te blijven.

Voor de ontwikkeling van een natuurlijke oevervegetatie is het verwijderen van de bomen derhalve gewenst. Op de eilanden heeft dit echter tot de komst van broedende meeuwen geleid.

Na de snoei van de bomen en heesters hebben zich in het voorjaar van 2014 op grote schaal meeuwen genesteld. Het zijn overwegend kokmeeuwen en enkele visdieven. Zij profiteren van de ontstane openheid op de droge eilanden en nestelen zich daar graag.

Een verband met het minder aantrekkelijk worden van broedplaatsen in de plas Broekvelden of de plas Ravensberg is niet bekend. In deze plassen broeden ze al veel langer. Het broedareaal daar is afgenomen door herstel van de opgaande beplanting bij eilanden in de plas Revenberg en door het verdwijnen van eilanden in de plas Broekvelden.

Ook op foto’s van de broedlocaties op internet is te zien dat de vogels op de droge delen van de eilanden nestelen en niet op natte delen.

In de plas Gravenkoop zijn bij de Kerfwetering in 2014 en 2015 bestaande eilanden geheel hersteld en nieuwe eilanden toegevoegd. Op de nieuwe eilanden zijn geheel geen bomen of heesters aangeplant. Meeuwen zijn er ondanks de afwezigheid van bomen en heesters niet gaan nestelen.

Kijkend naar de verschillen met de kaal gemaakte eilanden in Elfhoeven en de eilanden met nestelende meeuwen in de plassen Ravensberg en Broekvelden valt op in de uitvoeringstekening van de nieuwe eilanden het eiland grotendeels net onder de waterspiegel is gehouden en alleen langs de randen een twee meter brede droge strook is gesitueerd. De droge strook is voorzien van riet en oeverbeplanting.

De eilanden zijn conform deze tekeningen uitgevoerd in 2014. Inmiddels is er een stevige begroeiing met riet en oeverplanten ontstaan en zoals aangegeven er nestelen nog steeds geen meeuwen.

 

Voor het herstel van de eilanden is om het broeden van meeuwen tegen te gaan het zelfde principe voorzien, als toegepast bij de nieuwe eilanden van de Kerfwetering.

Naar aanleiding van de opgedane ervaring is het middengebied van de eilanden zelfs nog iets lager voorzien (5 cm onder de waterspiegel) en is de breedte van de randen rondom

versmald tot circa één meter.

Doordat de eilanden grotendeels nat blijven (plasdras) is de situatie naar verwachting niet geschikt voor het bouwen van nesten voor de meeuwen en zullen zij hiervan af zien.

Mogelijk zullen zijn op de randen rondom pogingen doen om nesten te bouwen. Om dit te ondervangen zijn voor de eerste periode na aanleg de randen van de eilanden beschermd met netten. Ook de toepassing van deze netten is ontleend aan de ervaring opgedaan bij de nieuwe eilanden van de Kerfwetering. De netten zijn daar toegepast om net name de (jonge) ganzen tegen te houden, die zich graag volvreten met de jonge zachte uitlopers van de rietstekken. De netten hebben een hoogte van circa 1 meter boven de oever en zullen de meeuwen naar verwachting ook hinderen in hun vliegbewegingen. Als zij zodanig zijn zij een aanvullende maatregel tegen de broedende meeuwen.